Leren leren, wat hoort bij de mentor en wat bij de vakdocent?

Als mentor heb je beperkt tijd om de leerlingen uit jouw mentorklas te begeleiden bij het leren leren. Dus wat je doet, wil je graag goed doen, zodat het effect heeft. Wat kan jij als mentor doen en wat kan je beter overlaten aan de vakdocenten, en waarom?

Sacha van Looveren

Expert didactiek

mentorles medewerker sacha

20 november 2023

Last-minute leren

Een typische leeraanpak van tieners is om de dag voor een toets te beginnen met leren. Hiermee haalt een groot deel van de leerlingen ook een prima cijfer of in ieder geval een voldoende. Dat de kennis niet beklijft voor de lange termijn, daar maakt de tiener zich niet druk om. Dus waar is de incentive voor een tiener om gespreid te leren?

Omdat je als mentor weinig grip hebt op wat de leerlingen daadwerkelijk doen met jouw leertips, is het van belang dat een deel van de leerstrategieën verweven worden in de vaklessen. Want uiteindelijk hebben docenten en mentoren hetzelfde doel, namelijk dat leerlingen écht leren (leren = een verandering in het lange termijn geheugen), zodat de kennisschema’s worden uitgebreid waar de nieuwe kennis weer aan opgehangen kan worden.

Een tekst herlezen, is geen leren

Een van de krachtigste leerstrategieën is het test-effect/terughaaleffect/retrieval practice. Het actief ophalen van kennis uit het geheugen, versterkt het onthouden van deze kennis. Dit is op de lange termijn vele malen krachtiger dan het opnieuw lezen van een tekst. Terwijl in de praktijk leerlingen massaal een tekst opnieuw lezen en hiermee denken dat ze leren. Ze herkennen immers de woorden en begrippen. Het herkennen van kennis is echter absoluut niet hetzelfde als het ophalen van kennis. En dat laatste is wat leerlingen moeten kunnen als ze een toets maken! Retrieval practice moet daarom een onderdeel zijn van de vaklessen. De vakdocent kan dit actief met de leerlingen doen. Hiermee zijn zij tijdens de lessen al aan het leren voor de toets. Hoe mooi is dat!

Bespreek als mentor het belang van het verweven van leerstrategieën in de vakles met je collega’s. Zo komen jouw mentorleerlingen optimaal tot leren. Denk hierbij aan het terughaaleffect, gespreid leren/oefenen, dubbel coderen (dual coding), uitleggen aan jezelf en voorbeelden bedenken bij abstracte concepten.

Hoe werkt mijn brein?

Als mentor kun je de leerlingen uitleggen hoe het brein werkt. Dat hun manier van leren misschien op de korte termijn succes geeft, maar dat ze het hiermee op de lange termijn niet gaan redden. Hoe leer je bijvoorbeeld een taal als je telkens alle geleerde woordjes weer bent vergeten? Het is heel krachtig als je kan uitleggen waarom iets werkt! In de afbeelding zie je een schematische weergave van de werking van het brein.

Werking van het brein WellBased

Het begint met aandacht, aandacht is nodig om de informatie het brein binnen te laten komen. In je werkgeheugen ga je vervolgens aan de slag met de informatie. De vakdocent koppelt nieuwe informatie bijvoorbeeld met de voorkennis (uit je lange termijn geheugen), vertelt een verhaal, laat een video zien of geeft een uitleg over een berekening. De leerling is dan actief met de informatie bezig.

Na de les wil je niet dat de nieuwe informatie verloren gaat, maar dat het uiteindelijk in het lange termijngeheugen beklijft. Dit kan de leerling zelf doen door de lesinformatie meermaals te herhalen (opslagsterkte versterken in het lange termijn geheugen) en door de informatie meermaals actief op te halen uit het geheugen (terughaalsterkte versterken). Deze combinatie geeft een optimaal leereffect. Als mentor leg je dit uit aan jouw leerlingen en de vakdocent verweeft deze leerstrategieën in de les. Daarmee ondersteun je het leren van jouw leerlingen optimaal en bij de samenwerking met de vakdocenten verdubbel je gemakkelijk het leereffect!

In deze afbeelding zie je voorbeelden van opslagsterkte (storage strength) en terughaalsterkte (retrieval strength).

Terughaalsterkte Opslagsterkte

Schoolse vaardigheden

Tijdens de mentorles kan je veel winst boeken door in te gaan op de praktische kanten van het leren. Schoolse vaardigheden, zoals het plannen van je schoolwerk, het werken in een prikkelarme omgeving met focus, het meenemen van de juiste spullen naar school, het maken van aantekeningen en het goed noteren van het huiswerk in de agenda.

Kies een onderwerp, bijvoorbeeld met focus aan je huiswerk werken, en richt hierop een deel van de mentorles in. Zorg dat het praktisch is voor de leerlingen en laat de leerlingen samen ideeën uitwisselen. De belangrijkste stelregel hierbij is: Help mij het zelf te doen.

Plannen? Hoe dan?

Goed om apart te benoemen is het leren plannen. Hier bijten veel mentoren zich op stuk. En dat is ook niet zo gek. Wat wij veelal aanbieden in de mentorles is een stappenplan dat helpt om de planning vorm te geven. Hoe schrijf je het in de agenda? Hoe ver van te voren ga je dit maken? Blokkenschema’s waarin je ook buitenschoolse activiteiten in zet, zodat je weet wanneer je aan je huiswerk kan werken. De meeste leerlingen kunnen dit prima, zeker na wat expliciete instructie. Maar deze planning maken ze voor jou als mentor, want dat was de opdracht in de les. Je er vervolgens ook aan houden is een moeilijke vervolgstap. Want de verleidingen zijn groot: de verslavende werking van de mobiel, een vriend met wie je spontaan even gaat chillen, even iets lekkers uit de koelkast pakken etc. En als je in het begin niet houdt aan de planning, kan de rest van de planning ook in de prullenbak, want die klopt dan niet meer. Daarnaast hebben kinderen dan ook een slecht gevoel over zichzelf als ze de planning niet halen. Daartegenover staat natuurlijk wel, dat als je de planning wel haalt, dit ook leidt tot succeservaringen en een gevoel van competentie!

Een uitdaging bij goed plannen is een inschatting maken over hoeveel tijd je nodig hebt. Om bijvoorbeeld 50 woordjes te leren, een hoofdstuk aardrijkskunde te leren of een inleiding voor een werkstuk te schrijven. Voor tieners is het heel lastig om dit voor zichzelf goed in te schatten. En eigenlijk geldt dit voor mensen in het algemeen. Het kan dan heel demotiverend zijn als de planning uiteindelijk niet goed uitkomt. Dit deel heeft te maken met emoties, zoals motivatie, doorzettingsvermogen en niet te vergeten de zelfregulatie (de telefoon wegleggen). Deze elementen zijn heel persoonlijk en minder geschikt om aan de hele klas uit te leggen. Mijn advies is daarom om je in de mentorles te richten op de technieken van het plannen met de hele klas. Begin met de praktische kant van het plannen en geef uitleg over de algemene begrippen (zelfregulatie, doorzettingsvermogen en motivatie). Schakel daarna over op individuele begeleiding. De vragenlijsten uit het Handboek leren leren helpen om hier meer zicht op te krijgen. Omdat je als mentor geen tijd hebt om dit voor alle 30 leerlingen te doen, richt je je op de leerlingen die niet goed mee kunnen komen. Je kan er ook voor kiezen om leerlingen elkaar te laten helpen, door ideeën en ervaringen uit te wisselen.

Samenvattend

  • Bedenk vooraf welke onderdelen van Leren Leren je als mentor wilt aanbieden en wat je bij de vakdocenten laat.
  • Stel vast wat je klassikaal kunt behandelen en wat om meer individuele begeleiding vraagt.

Zo kun je in de beperkte tijd die je hebt voor jouw mentorleerlingen, je richten op die zaken die daadwerkelijk het verschil kunnen maken. Succes!

Offerte aanvraag