Voordat ik naar de middelbare school ging, had ik al te maken gehad met pestgedrag. Dat zorgde ervoor dat ik enigszins beschadigd aan de brugklas begon.
Dat ik veel gepest was, deelde ik al in de eerste lesweek met mijn nieuwe klasgenoten. Ik ben iemand die zich gemakkelijk kwetsbaar opstelt. Niet altijd tactisch, maar dat is wie ik ben en daar voel ik me prettig bij.
Na een aantal maanden merkte ik dat ik me regelmatig niet op m’n gemak voelde bij m’n klasgenoten. Ook dit probeerde ik bespreekbaar te maken. Daar kreeg ik vervolgens een redelijk felle reactie op: ‘Nee, wat een onzin. In onze klas wordt echt niet gepest.’
Daar schrok ik van. Ik dacht eigenlijk dat mijn gevoel bevestigd zou worden, maar het tegenovergestelde gebeurde.
Hierover sprak ik met mijn mentor van toen, Bram Egberink. Hij gaf mij een tip die voor mij een groot verschil heeft gemaakt. Hij zei: ‘Zeg niet dat je gepest wordt, maar dat je het gevoel hebt dat je gepest wordt. Niemand kan namelijk ontkennen dat je dat gevoel hebt. Jij bent de enige die dat kan bepalen.’
Door dit advies kon ik beter bespreekbaar maken wat het gedrag van iemand anders met me deed en kon het zelf beter een plek geven. Een groot deel van het dagelijkse gevecht waarmee ik toen te maken had, was dat anderen vonden dat ik niet werd gepest terwijl ik zelf vond van wel. Dat vergde veel energie en deze kleine verandering in woordkeuze maakte daarom voor mij een groot verschil.
Tegenwoordig gebruik ik dit advies overigens nog steeds met regelmaat. Niet om aan te geven dat ik gepest word. Gelukkig is dat verleden tijd. Maar wel om bijvoorbeeld aan een iemand duidelijk te maken dat ik me niet prettig voel bij wat er gebeurt of wat iemand doet.
‘Het was maar een grapje.’ Als mentor zal je dit ongetwijfeld vaak horen van leerlingen die je aanspreekt op hun pestgedrag. Vrijwel geen enkele leerling zal zichzelf een pestkop vinden. Zij zien het als plagen of als grapje. Daarom is het goed als leerlingen het verschil weten tussen plagen en pesten. Hier kun je onze mentorles Plagen vs pesten goed voor gebruiken. Hierbij worden de verschillen in een animatie duidelijk uitgelegd:
Plagen:
Pesten:
En de zender kan het nog zo leuk bedoelen of gezegd hebben: de ontvanger bepaalt of iets plagen of pesten is.
Als leerlingen het verschil kennen, is het veel gemakkelijker bespreekbaar te maken en hoef je niet op het moment zelf de discussie te voeren wat het verschil tussen plagen en pesten is.
Maar ik denk dat het ook heel belangrijk is om niet alleen te kijken naar de pestkop, maar ook om degene die gepest wordt handvatten mee te geven. Want ik werd niet alleen op de basisschool gepest, maar ook op m’n voetbaltrainingen en later ook een aantal keer op de middelbare school. Dit gebeurde door verschillende mensen. Daarom had ik er meer baat bij om zelf weerbaarder te worden dan dat deze pestkoppen aangepakt werden.
Meerdere docenten en een leerlingbegeleider hebben hier veel energie ingestoken. Ze gaven mij handvatten om tactischer met mijn leeftijdgenoten om te gaan en tegelijkertijd dicht bij mezelf te blijven.
Ook hieraan kun je in de mentorles aandacht besteden. Elke leerling heeft er namelijk baat bij om weerbaar te zijn tegen pestgedrag. Dit kun je doen door verschillende vormen van pesten te bespreken met de klas. Denk aan meidenvenijn, roddelen, groepsdruk, buitensluiten, etc. Ook kan het helpen om met leerlingen te oefenen hoe zij hun grenzen kunnen aangeven.
Leerlingen in een klassikale setting weerbaarder maken werkt vooral preventief. Als je ziet dat een leerling al gepest wordt, raad ik je aan om specialistische kennis in te schakelen. Zo houd je het als mentor voor jezelf ook behapbaar.
Mij heeft het geholpen dat mijn mentor voor mij een afspraak maakte met de leerlingbegeleider. Zelf was ik in die tijd nogal een opschepper. Zij liet mij inzien dat ik opschepte vanwege de behoefte aan bevestiging van mijn leeftijdgenoten en hoe mijn opschepgedrag ervoor zorgde dat ik alleen maar minder bevestiging kreeg. Uiteindelijk hielp zij mij om deze bevestiging uit andere dingen te halen.
Mentoren spelen een belangrijke rol in het voorkomen en aanpakken van pestgedrag. Door zowel aandacht te besteden aan pestgedrag als aan het weerbaarder maken van degenen die gepest worden, kunnen zij een veilige leeromgeving creëren. Door de nuances tussen plagen en pesten uit te leggen, worden leerlingen zich hiervan bewust en is het gemakkelijker om pestgedrag bespreekbaar te maken. Daarnaast is het van belang om gepeste leerlingen weerbaarder te maken en handvatten te geven om sterker in hun schoenen te staan.
Gebruikte bronnen:
Stichting Stop Pesten Nu. (z.d.). Wat is het verschil tussen plagen en pesten | Kenniscentrum Pesten. Stop Pesten Nu. Geraadpleegd op 11 juni 2024, van https://www.stoppestennu.nl/wat-het-verschil-tussen-plagen-en-pesten-kenniscentrum-pesten
Vind de les die past bij de behoefte van jouw klas!
KvK: 83424024
BTW-nr: NL862868798B01
Jaarbeursplein 6
3521AL, Utrecht
Ma t/m vr 09.00-17.00